vrijdag 22 juni 2018

20 juni: St. John's

Van de storm is geen spoor meer te bekennen wanneer we opstaan: het is windstil en zwaar bewolkt, maar wanneer we naar Signal Hill rijden is het wel al 15°.

In principe zou je hier een 360° uitzicht hebben op de omgeving, maar de vlagen zeemist beperken het zicht voortdurend. Levert wel mooie plaatjes en filmpje op. Bovendien maken we zo ook kennis met de werking van de misthoorn (niet op film).











Na hier een goede drie kwartier te hebben rondgelopen vertrekken we richting Bay Bulls, en onderweg springen we nog even binnen in de enige Walmart die we op het eiland gezien hebben.

Een uur vroeger dan nodig zijn we in Bay Bulls, waar we worden verwacht voor een boottocht op zoek naar puffins (en andere vogels), walvissen en ijsbergen. Van de eerste zijn we 99,99 % zeker dat we ze zullen zien, van de tweede al heel wat minder en ijsbergen verwachten we eigenlijk helemaal niet meer te zien.

Er is niet zo heel veel veel volk voor de twee boten, maar net voor we aan boord kunnen gaan stopt een bus met toeristen. De meeste toeristen die we de afgelopen weken zijn tegengekomen blijken uit Ontario te komen. Europeanen hebben we nauwelijks gezien/gehoord.

Net voor we de haven om 14:10 verlaten breekt de zon heel voorzichtig door de wolken en mist. Geen tien minuten later varen we in volle zon en zien we onze eerste jan-van-genten. Fascinerend om te zien hoe de vogels (het zijn er maar 2) over het water scheren. Plots schieten ze omhoog en laten zich dan als een torpedo naar beneden vallen om in het water hun prooi te vangen. Dat laatste gaat zo snel dat ik er niet in slaag een foto van te maken. Even later ploffen ze dan als een bal boven water, nemen een aanloop en hetzelfde scenario herhaalt zich.










Na een tijdje naderen we het eerste van de vier eilanden die samen The Witless Bay Ecological Reserve vormen. We krijgen al wat eerste informatie van Cor die bij het verlaten van de haven ook al heeft staan zingen. Zo zouden er 260.000 paartjes puffins (dus meer dan een half miljoen) broeden op de eilanden. De beestjes zijn monogaam, worden 30-35 jaar en gebruiken altijd hetzelfde nest/hol (want ze broeden eigenlijk ondergronds). Dat is eigenlijk het enige wat ons is bijgebleven, want al de andere vogelsoorten die hij opsomde worden natuurlijk in het Engels benoemd en ik heb geen idee hoe de Nederlandse naam van al die soorten luidt. Er zaten in ieder geval alken, aalscholvers, diverse soorten meeuwen en sternen bij.




















Op een bepaald ogenblik schrikken de vogels ergens van en in een mum van tijd vliegen ze met duizenden door de lucht. Indrukwekkend! Blijkbaar zijn er jagers (meeuwen en/of adelaars) in de buurt. (neem de moeite om de filmpjes te bekijken)









Plots roept iemand dat hij een walvis ziet, maar slechts enkele andere passagiers kunnen dit bevestigen. Zelf hebben we in ieder geval niets gezien en wij zijn een van de weinigen die met een verrekijker over het water turen.

Wanneer we van eerste naar 2° eiland varen wijkt de kapitein toch even uit, op zoek naar walvis(sen). Blijkbaar hebben ze op de andere boot toch ook een 'minke whale' (dwergvinvis) gezien. Volgens Cor komen deze echter maar heel kort boven water en moet je al veel geluk hebben om ze te zien.

Op het tweede eiland zitten verhoudingsgewijs heel weinig vogels omdat ze allemaal gevlucht zijn voor een bald eagle die erboven cirkelt.



 


De zeearend, achtervolgd door een meeuw.



En dan begint de terugtocht. In een smalle strook voor de kust hangt weer een laag zeemist.









Aan land zelf blijkt echter toch de zon te schijnen, maar het is maar 9°.





Tien minuten rijden en die 9 zijn er plots 18° geworden. Het is echt een kwestie van een paar kilometer tussen fris en aangenaam warm.

We rijden nu naar Cape Spear, halfweg tussen St. John en Bay Bulls en komen nog voorbij enkele dorpjes. De temperatuur speelt intussen weer jojo.


Op Cape Spear is het weer zeer mistig en fris.
Dit is het meest oostelijke punt van Canada en het is hier dat de laatste bemande vuurtoren staat. Tijdens de tweede wereldoorlog was het een belangrijk verdedigingspunt voor de Britse vloot tegen de Duitse onderzeeërs. Van de twee reusachtige kanonnen zelf liggen nog alleen de lopen en de bunkers.




Men kon de kanonnen laten zinken zodat ze beschut werden door de betonnen wand.




 Halo boven mijn schaduw die op de mistdeken valt.

Terwijl we een rondwandeling maken klaart het boven de rots plots op, terwijl over zee (en onder ons) een mistdeken blijft liggen. Prachtig! Zeker wanneer dan twee schepen onder die deken varen en alleen de commandotorens er bovenuit steken.









Na hier bijna meer dan een uur genoten te hebben - het is inmiddels 18 uur - vertrekken we richting stad, waar we een half uurtje later zelfs een gratis parkeerplek vinden. Het is hoog tijd om eens wat te eten en dat gebeurt in de Yellow Belly Brewery. Een Ierse pub/eettent.

Om kwart na acht lopen we nog wat rond door de oude kleurrijke wijk van de stad: allemaal verschillend gekleurde, houten huizen tegen een steile helling.

















Een flinke wandeling dus die duurt tot nét na zonsondergang. Toch rijden we nog terug naar Signal Point en daar zijn we niet alleen. Hier loopt meer volk rond dan deze ochtend. Allemaal voor de prachtig gekleurde wolken na zonsondergang.






Nadat het laatste licht uit de lucht is verdwenen rijden we moe maar voldaan terug naar het hotel.

Honderden foto's moeten bekeken worden en daar moeten de mooiste uit gekozen worden. Niets meer voor vanavond dus en daarom dat dit verslag met vertraging verschijnt, want het is uitgetypt op de veerboot naar Nova Scotia, en zeetocht van ca. 16 uur. Maar dat is een ander verhaal.

Niettegenstaande we in de buurt van St. John's zijn gebleven hebben we toch weer 104 kilometer meer op de teller staan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten